Free Willie!
Ben je zelf vintage (zo rond de 40) en in het bezit van kinderen dan ontkom je er niet aan; in een volgepropte, karakterloze stationwagen tol aftikken in Frankrijk, op naar de camping “omdat dat zo leuk is voor de kinderen”.
Aangezien ik van de eerste generatie ben die niet dienstplichtig is, heb ik nooit in een vochtig schuttersputje, half staand onder een zeiltje een poging tot slapen hoeven doen. Met als gevolg dat je mij echt niet vloekend in een halve huwelijkscrisis met een incomplete de Waard tent in de weer ziet.
Ik ga voor luxe; glamping it is!
Op de camping tref ik drie glampingtenten op een rijtje. De rust en het prachtige uitzicht compenseert het gebrek aan privacy en het IS leger aan wespen.
Links van ons “ze Germans” en niet lang daarna doemt een dikke Range Rover met een Belgisch kenteken op tussen de bomen. Het drielandenpunt is compleet!
De Range Rover blijkt niet voor de sier want hij sleept een grote, hoge aanhanger mee.
Het raden kan beginnen; wat zit er in vredesnaam in die aanhanger? Het voordeel van een glampingtent is immers dat je alleen je tandenborstel en string hoeft mee te nemen. Aangezien er 0 privacy is hoeven mijn vrouw en ik ons niet schijnheilig in positie te manoeuvreren om alles goed te kunnen zien.
Vader, moeder en zoontje stappen uit. Vader heeft duidelijk wél in het leger gezeten want de rollen en bevelen zijn duidelijk. Zijn soldaten weten precies wat hun te doen staat. Moeder en zoon slepen de tassen uit de auto en vader opent de achterkant van de aanhanger.
Yes! De eerste hint verschijnt, een rijplaat. Ah, er zitten motoren in zeg ik tegen mijn vrouw, kan niet anders. Ons enthousiasme wordt teniet gedaan door de volgende rijplaat. Vier wielen dus, dan moet het wel een quad zijn raadt mijn vrouw verder.
De vader stapt in de aanhanger, even niets…….en dan; een herrie! Niet te geloven! Zelfs de Duitse buurman schiet in de houding. Eerst een blauwe rookwolk uit de aanhanger, gevolgd door de penetrante geur van half verbrande benzine. Het IS leger wespen en de Duitse buurman kiezen het hazenpad. Vanuit de blauwe rook doemt langzaam een legergroene, oude “Willie” Jeep uit de Tweede Wereldoorlog op.
Als deze netjes achteruit bij een boom is geparkeerd gaat er vakkundig een slot om alsof hij zijn fiets in Amsterdam stalt.
De Duitse buurman en ik kijken elkaar aan en kijken vervolgens naar onze eigen saaie middenklassers. We lijken hetzelfde te denken. “Wij zullen het deze vakantie met onze eigen Willie moeten doen”